Extremumprobleem

Vierkant en cirkel (3)

Een vierkant met zijde 5 (en oppervlakte 25) wordt door een lijnstuk door A en evenwijdig met een diagonaal verdeeld in twee delen.
Met het linker-boven deel maakt met een nieuw vierkant met dezelfde oppervlakte als dit linkerdeel,
met het rechter-onder deel maakt men een cirkel met dezelfde oppervlakte als dit rechterdeel.
Voor welke verdeling van het eerste vierkant is de som van de omtrek van het vierkant en de cirkel maximaal.
Sleep het punt A over de zijde CD om de verdeling te veranderen.